Het hele gebied kenmerkt zich als een elzenbroekbos. Dit is halfdroog en halfnat, het beekje is niet stromend meer, het is afgesloten van de hoofdbeek. Verder vennetjes en diverse omgevallen omgewaaide bomen. Bijzonder is de veel voorkomende klimplant de  kamperfoeliestruik, die in de bloeiperiode de omgeving voorziet van een heerlijk zoet geurend natuurparfum. In de Leunse Paes staan veel elzen met 3 of 4 stammen bij elkaar. Dit komt omdat deze weer aangegroeid zijn nadat ze gekapt waren voor weidepalen of geriefhout.

Het verbond van de elzenbroekbossen (Alnion glutinosae), kortaf elzenbroeken of elzenbroekbossen, een groep van bosgemeenschappen die voorkomt op zeer natte standplaatsen in beekdalen zoals het moerasbos in de Leunse Paes en laagveengebieden, en gedomineerd wordt door de zwarte els.

Je hebt vast wel eens verschillende struiken en bomen gezien in de Leunse Paes. Maar heb je wel eens  struiken en bomen goed bekeken? Via het QR natuurleerpad kun je meer informatie vinden over de struiken en bomen. In de Leunse Paes komen verschillende soorten struiken en bomen voor: Als je op de naam van de struiken en bomen klikt krijg je meer informatie over de verschillende struiken en bomen die ook en de Leunse Paes voorkomen.

Struiken in de Leunse Paes

De Gelderse roos is een plant uit de muskuskruidfamilie. De soort komt van nature voor in de Benelux. De plant wordt tot 3 m hoog. De Gelderse roos bloeit in mei en juni met witte bloemetjes die in platte tuilen voorkomen.

De sleedoorn is een 2-6 m hoge struik uit de rozenfamilie. De soort komt van nature voor in de Benelux, waar de plant vooral langs bosranden voorkomt. Het hout is zeer hard.

Meidoorn is een geslacht uit de rozenfamilie. Het geslacht wordt ook wel haagdoorn of steendoorn genoemd. Het zijn struiken die van nature in Europa, Noord-Amerika, Azië en Noord-Afrika voorkomen. Sommige soorten komen ook als boom voor.

Vlier (Sambucus) is een geslacht van snelgroeiende heesters of kleine bomen. In de lente dragen ze tuilen van witte of crèmekleurige bloemen, gevolgd door kleine rode, blauwachtige of zwarte vruchten. Ook komt er een vlier met paars blad en roze bloemen voor.

De hulst (Ilex aquifolium) is een plant uit de hulstfamilie (Aquifoliaceae) die van nature voorkomt in het westen en zuiden van Europa, het noordwesten van Afrika en het zuidwesten van Azië. Het is de enige groenblijvende loofboom die van nature voorkomt in de Benelux.

Kamperfoelie is een geslacht van slingerplanten en struiken dat zowel in Europa, China, Noordoost-Azië als in de Verenigde Staten voorkomt. Het geslacht behoort tot de kamperfoeliefamilie. De planten slingeren zich om andere planten en bomen heen.

Bomen in de Leunse Paes

In het moerasbos staan veel verschillende bomen deze staan hier beschreven. Vroeger haalde de boeren hier hun geriefhout uit, zoals weidepalen, bonenstaken en brandhout.

De zomereik (Quercus robur) is een zeer lang levende, Europese, hardhout leverende boom. De bladeren van de zomereik verteren zeer moeilijk wat zijn invloed heeft op de strooisellaag in het bos.

De Berk is een geslacht van bomen uit de berkenfamilie. De bomen van dit geslacht komen verspreid voor over het noordelijk halfrond: ze zijn uiterst winterhard. Ze zijn de enige boomsoorten die van nature voorkomen op Groenland en IJsland.

De Els (Alnus) is een geslacht uit de berkenfamilie (Betulaceae). Het geslacht omvat circa dertig soorten die op het noordelijk halfrond voorkomen. Het zijn vochtminnende loofbomen die bloeien voordat de bladeren verschijnen. In de Benelux komen er twee soorten van nature voor: de zwarte en de grauwe els. De bladeren lijken op die van de hazelaar. Ze vallen groen van de boom en vertonen dus geen herfstkleur.

De Populier, ook wel poppel of peppel, is een geslacht van loofbomen uit de wilgenfamilie.

De Wilg is een geslacht van tweehuizige bomen en struiken uit de wilgenfamilie. Wilgen zijn bladverliezende bomen met verspreide bladstand. De knop heeft één knopschub.